Kop logo vom Himmel hoch
Home - Archief - 11 juli 2003, Grote of Andreaskerk van Hattem

Archief

11 juli 2003

Dan Sus Dan So in de Grote of Andreaskerk van Hattem

"Volgens mij wordt het een heel bijzondere avond", zei ik tegen de heer Van Cleef, onze geluidsopnameman. Hij antwoordde: "Maar dat zeg je toch van iedere avond?" En daar had hij gelijk in.

Speciaal voor de gelegenheid had Greet Bakker ’s middags haar theeschenkerij bij de voetpont over de IJssel opengesteld voor uitvoerenden van het concert. Vanaf deze plaats kun je zien dat Hattem als oud stadje op een verhoging in het landschap is gebouwd. In het midden staat de typische kerk met de oude woningen eromheen.

De Grote of Andreaskerk van Hattem is aan de voorkant ingebouwd tussen andere panden. Het onderste gedeelte van de toren is nog Romaans en bestaat uit tufsteen. De lagen erboven zijn van latere tijden. De binnenkant van het Gotische schip en koor biedt vanuit alle plaatsen interessante perspectieven op de verschillende gedeelten van de kerk. De lichtval in de kerk werkt hieraan mee. Het mooie van zomeravondconcerten vind ik dat tijdens het concert langzaam de duisternis optreedt, zodat de aanblik van de kerk continu aan het veranderen is.

‘Huisorganist’ Harm Jansen opende de avond op het kleine Renaissance-orgel van de kerk. Het zestiende-eeuwse instrument is tot voor kort onbespeelbaar geweest, reden voor aanschaf van een groter orgel in de jaren ’70. Recent is het oude orgel toch weer opgeknapt, zodat de kerk nu over twee orgels beschikt. Harm Jansen speelde een afwisselend programma met een werk van Froberger op het kleine orgel en stukken van Clérambault en van Bach op het grote instrument. Van deze laatste speelde hij het "Vater unser im Himmelreich", eigenlijk een gebed dat is getoonzet. Het motto waarmee Bach zijn werken schreef staat op de orgelkast: "Soli Deo Gloria", God alleen zij alle eer.

Het Amsterdamse gezelschap Gregoriana vond ik deze avond weer erg bijzonder, maar ook dat vind ik iedere keer. Deze avond staat de heilige Benedictus op de liturgische kalender, die wordt bezongen met een aantal Psalmen. In Psalm 8 wordt de positie van de mens in het heelal beschreven: "Gij hebt hem gekroond met roem en heerlijkheid, Heer, en hem aangesteld over het werk van uw handen. Alles hebt Gij aan zijn voeten gelegd." De Psalm lijkt de mens aan te sporen om te heersen over de aarde, maar aan de tekst gaat een gevoel van nederigheid en een grote verwondering over de natuur vooraf:

O here, onze Here,
hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde,
Gij, die uw majesteit toont aan de hemel.
Uit de mond van kinderen en zuigelingen
hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt,
om vijand en wraakgierigen te doen verstommen.
Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?
Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt,
en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Gij doet hem heersen over de werken uwer handen,
alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd:
schapen en runderen altegader
en ook de dieren des velds,
de vogelen des hemels en de vissen der zee,
hetgeen de paden der zeeën doorkruist.
O here, onze Here,
hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde.

Paul Czerwinski droeg deze avond poëzie voor van twee ‘mythische’ dichters: de Ier William Butler Yeats en de Nederlander Adriaan Roland Holst. De poëzie leent zich goed voor de akoestiek in de kerk. Volgens mij komt dit doordat de gedichten in een prachtige natuurlijke klank geschreven zijn. Niet altijd is de inhoud van de poëzie nu direct ‘devoot’ te noemen, wel beschrijft het verlangen van de mens naar de eenzaamheid in de natuur. Nu ik toch aan het citeren geslagen ben, geef ik ook het gedicht "The Lake Isle of Innisfree" weer. Terwijl Yeats in het begin van de twintigste eeuw in het ook toen al drukke Londen over straat loopt, verlangt hij naar het kleine onbewoonde eiland aan de Ierse westkust:

I will arise and go now, and go to Innisfree,
And a small cabin build there, of clay and wattles made:
Nine bean-rows will I have there, a hive for the honey-bee,
And live alone in the bee-loud glade.
And I shall have some peace there, for peace comes dropping slow,
Dropping from the veils of the morning to where the cricket sings;
There midnight’s all a glimmer, and noon a purple glow,
And evening full of the linnet’s wings.
I will arise and go now, for always night and day
I hear lake water lapping with low sounds by the shore;
While I stand on the roadway, or on the pavements grey,
I hear it in the deep heart’s core.

Mezzo-sopraan Alexandra d’Espinoza en tenor Sebastian Brouwer zongen deze avond verschillende aria’s samen met Harm Jansen op orgel. Tussen het drietal trad een prachtig spel in werking, waarbij krachtige muzikale accenten werden afgewisseld met bijzonder gekozen rustpauze’s. Na het duet "Ich fürchte nicht" uit de cantate "Erfreut euch, ihr Herzen" van Johann Sebastian Bach kregen zangers en organist een spontaan applaus. Ik vond het verrijkend voor de Dan Sus Dan So-programma’s dat er voor het eerst een tenor als solist te horen was, maar het meest bijzonder vond ik de duetten van Sebastian en Alexandra.

Zodra het Zwolse Anido Guitarduo begon te spelen werd het doodstil in de kerk. Het gitaarduo vertelde een instrumentaal verhaal, waarbij een scala van sferen de revue passeerde. In de werken lopen invloeden uit de volksmuziek vlekkeloos over in die van hedendaagse klassieke muziek. Zoals meestal speelde het een compositie van Annette Kruisbrink naast een werk van de Argentijnse gitariste, waaraan het duo haar naam ontleent: María Luisa Anido. Ik vond het Anido Guitarduo tijdens dit concert beter dan ooit. Maar ja, dat heb ik ook al vaker gezegd!

Zwolle, 12 juli 2003

Harm Jan Wilbrink