Kop logo vom Himmel hoch
Home - Archief - 23 mei 2003, Dominicanenkerk van Zwolle

Archief

23 mei 2003

Verslag van de Dan Sus Dan So-avond in de Dominicanenkerk van Zwolle

Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,
en wat zijt gij onrustig in mij?

(uit Psalm 42)

Het concert in de Dominicanenkerk op vrijdag 23 mei is op veel gebieden vernieuwend geweest voor de stichting Vom Himmel hoch. Voor het eerst werd een katholieke kerk bezocht en voor het eerst werd de stad Zwolle aangedaan met een concert. Ook voor het eerst trad een uitgebreid koor op in het programma, het Zwols Vocaal Ensemble o.l.v. Martien Hovestad. En in plaats van "wereldse poëzie" werd vanavond Psalm 42/43 voorgedragen, het thema van de avond. Geen van de uitvoerenden had eerder aan een Dan Sus Dan So-avond meegewerkt.

Toen we vorig jaar alleen kleine en middelgrote kerken van de regio bezochten hoefden we nog niet na te denken over waar we onze bezoekers zouden laten zitten. Het publiek kon bijna nooit anders dan in het middelste gedeelte van de kerk plaatsnemen, met de rug naar de orgelbalustrade en het gezicht naar het koorgedeelte. Nu we in de nieuwe concertserie de grotere kerken aandoen moeten we voor het eerst besluiten waar we het publiek willen laten zitten. Het vorige concert in Deventer heeft zich op drie locaties afgespeeld, omdat elke ruimte zijn eigen kwaliteit bezat. Na veel wikken en wegen hebben we besloten om het volledige programma van deze avond in het koorgedeelte van de kerk te houden.

In de week voorafgaande het concert heb ik een aantal uren kunnen doorbrengen in de kerk. De Dominicanenkerk is iedere middag geopend voor het publiek en, omdat ik in de buurt woon, was het gemakkelijk voor mij om af en toe even langs te komen en de ruimte op me in te laten werken. Het mooiste voor mij waren die keren dat Gea Hoven aan het inspelen was en de registratie uitprobeerde. De combinatie van het prachtige koor -zoals de hele kerk gebouwd in een rijke ‘rond 1900-stijl’-, tezamen met het Adema-orgel dat 20 jaar jonger is, tekende de sfeer waarin de avond zou plaatsvinden. Gedetailleerd uitgewerkte koorbanken, een schitterende mozaïekvloer en schilderijen van verschillende heiligen; alles in een ruimte die is uitgevoerd in een 100 jaar oude stijl en niet is verstoord werd door enige zucht tot vernieuwing in de tussenliggende jaren.

Behalve de kleine 40 uitvoerende musici kunnen ongeveer 100 bezoekers in het koorgedeelte terecht en uiteindelijk is dit aantal ook daadwerkelijk gekomen. Enkele vrijwilligers van de Dominicanenkerk en van de stichting Vom Himmel hoch -die deze avond gezamenlijk hebben opgetrokken-, volgden de avond noodgedwongen van achter de baldakijn die het koorgedeelte scheidt van de rest van de kerk.

Organiste Gea Hoven opende de avond met het prachtige preludium in G van Felix Mendelssohn. Vaste bezoekers kennen het stuk in de uitvoering van Ab Weegenaar op het orgel van Windesheim. Het stuk is een mooie ‘opmaat’ naar de rest van het programma: devoot en ernstig, maar tegelijkertijd steeds uitmondend in een geruststellende en hoopvolle oplossing. Ook de andere werken die Gea voor dit concert heeft uitgekozen hebben deze balans tussen zowel het uitdagende en het kalmerende als tussen het moderne en traditionele. ‘Devoot’ en ‘zoekend’ zijn de werken in ieder geval en in die zin heeft Gea Hoven een repertoirekeuze gedaan die erg goed aansluit op het ideaal van de stichting Vom Himmel hoch. Zij voerde deze werken bovendien erg verzorgd uit, zonder enige neiging tot overtolligheid.

In plaats van ons vertrouwde gregoriaanse gezelschap Gregoriana uit Amsterdam werd vanavond het gregoriaans vertegenwoordigd door de Schola Martini uit Utrecht. Als vaste vertolkers van de liturgie uit de stedelijke kathedraal zingen zij nu in de voor hen bijzondere formule van een concert-in-de-kerk. Leider van het gezelschap, Martie Severt, vroeg me enkele weken geleden of we hen het liefste in liturgische kleding of in concertkleding wilden zien. Ik had me niet gerealiseerd dat gregoriaanse gezelschappen ook zonder pijen kunnen optreden, gewend als ik was aan de uitvoeringen van Gregoriana. Uiteraard wilden we het liefste liturgische kleding, omdat we de oude tradities zoveel mogelijk willen ‘herbeleven’.

De Schola Martini zong een aantal korte stukken uit de liturgie van Pasen en Hemelvaart. Het viel hierbij op dat het gezelschap meer vanuit een 'massieve' stem zingt dan Gregoriana, om de vergelijking maar weer eens te maken. Dit zal ten dele komen doordat de groep uit zeven in plaats van uit drie personen bestaat. Na afloop lieten enkele oudere bezoekers me weten dat ze zo genoten hebben om het gregoriaans weer eens te horen. Tegelijkertijd liet een aantal "nieuwe luisteraars" ook weten voor de muzieksoort gewonnen te zijn.

Direct na het ‘devote begin’ stond -om de Psalmen even te laten bezinken-, harpmuziek van Marjan de Haer op het programma. Uit de engelse en franse volksmuziek speelde zij een drietal melodieën die, ondanks hun luchtigheid, de aandacht van het publiek tot het uiterste aan zich wisten te binden. De integratie tussen de volksmuziek en de devote cultuur is in de programma’s van Dan Sus Dan So nog nooit zo goed tot stand gekomen als juist op deze avond. De ‘afgeronde’ melodieën uit de volksmuziek zorgen op deze manier voor een rustperiode in de concerten, terwijl tegelijkertijd een gevoel van vrolijkheid zich onder het publiek manifesteerde. Het resultaat was een spontaan applaus na de laatste zachte noten.

Omdat Psalm 42/43 het thema van deze avond was hebben we mevrouw Joke Karssing , die nauw betrokken is bij het vrouwenklooster van de Dominicanengemeenschap, gevraagd om de oude bijbelteksten voor te dragen. De keuze om Psalmen voor te dragen was voor ons niet vanzelfsprekend, omdat het risico bestaat dat de concerten teveel op een kerkdienst gaan lijken. We hebben echter besloten dat deze voordracht op alle manieren aansluit op de doelstelling van de stichting. De teksten zijn historisch, devoot en zijn ten nauwste verbonden aan de geschiedenis van de kerken. Toch blijft het dilemma dat de teksten vaak worden geassocieerd met organisaties die over een blauwdruk van de waarheid menen te beschikken. We hebben besloten het als de taak van onze stichting op te vatten om deze teksten in een ruimere context te plaatsen.

Mevrouw Joke Karssing droeg de Psalmen bijzonder voor, zonder overigens gebruik te maken van enige opsmuk. Haar liefde voor de teksten sprak uit iedere lettergreep. In het eerste deel van de avond werd voorgedragen uit de ‘standaard-tekst’ van het Nederlands Bijbel Genootschap. Na de pauze bracht ze een eigentijdse bewerking van de Psalm door mevrouw Joy van der Werf, kloosterling van de Dominicanengemeenschap. De teksten laten het universele van de mens door de eeuwen heen zien: Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,/ en wat zijt gij onrustig in mij?

De protestantse oerversie van Psalm 42 is niet zo bekend meer en dat is merkwaardig omdat vrijwel iedereen de titel kent: "Het hijgend hert der jacht ontkomen". Toen ik in de jaren 70 op de dr. Abraham Kuyperschool zat werd de Psalm zelfs daar al niet meer gezongen. Net zoals de katholieke kerk die het gregoriaans terzijde heeft geschoven, hebben ook de meeste protestanten zich van hun oude liturgie ontdaan. Enkele jaren gelden leerde ik de Psalmmelodie kennen tijdens een concert van Piet Wiersma en sinds die tijd ben ik verkocht aan het lied.

Het opzetten van een thema rond de 42-ste Psalm bood de gelegenheid sopraan Maria Bloem te vragen een couplet te zingen. Weliswaar zong ze de Psalm met een nieuwe tekst, maar het wonder van de eenvoudige noten die je in de oude Psalmen aantreft, was duidelijk te horen. De "gouden regel" noemde de componist Bourgeois het systeem waarvolgens hij de meeste Psalmen in het midden van de zestiende eeuw toonzette. Ik ben erg blij dat een virtuoze sopraan als Maria Bloem het lied heeft willen zingen waarvan de kracht uitsluitend ligt in de eenvoud.

De noten volgens de "gouden regel" vormen de inleiding voor het majestueuze koorwerk dat Felix Mendelsssohn heeft geschreven rond de protestantse Psalm, Wie den Hirsch Schreit. Het werk werd uitgevoerd door het Zwols Vocaal Ensemble o.l.v. Martien Hovestad, dat deze avond samenwerkte met sopraan Maria Bloem. Vanuit de positie waar ik mij bevond was ik in staat om de dirigent aan het werk te zien. Zijn grote inzicht en controle op de muziek sprak uit alles en zorgden dat er een grote rust van zijn aanwezigheid uitging.

Het Zwols Vocaal Ensemble zong de werken van Mendelssohn prachtig. Na Psalm 42 werden ook de geestelijke liederen Hear my prayer en de cantate Wer nur den lieben Gott läßt walten uitgevoerd. Het koor wist met de werken stuk voor stuk om te ontroeren, wat ook bleek uit de vele reacties die ik na afloop van het concert te horen kreeg.

Alle werken die het koor uitvoerde zijn geschreven in de ‘oude polyphone stijl’ die teruggrijpt op de traditie waarin Johann Sebastian Bach zijn hele leven gewerkt heeft. Wie zich in gedachten verplaatst naar de tijd van Felix Mendelssohn kan hem niet anders zien dan als een buitenbeentje die het heeft aangedurfd om eenvoud en devotie te verkondigen in een tijd waarin modieuze tierelantijntjes hoogtij vierden. Wat dat betreft verkeren we in een goed gezelschap.

Zwolle, 25 mei 2002

Harm Jan Wilbrink