Kop logo vom Himmel hoch
Home - Moderne Devotie - Mei 2004

Moderne Devotie

Verdraagzaamheid III (slot)
Over de vele gezichten van God

Meester Eckhart: fragment uit een preek over Mattheus 5: 3

Toen ik me bevond in mijn eerste oorzaak, had ik geen god, en daar was ik de oorzaak van mijzelf; daar wilde ik niets, noch begeerde ik iets, want ik was een leeg zijn en een onderkenner van mijzelf in het genot van de waarheid. Daar wilde ik mijzelf en wilde niets anders; wat ik wilde, dat was ik, en wat ik was, dat wilde ik, en hier stond ik van God en van alles leeg.

Maar toen ik uit vrije wil uitkwam en mijn geschapen zijn ontving, toen had ik een god; want voordat de schepselen er waren, was God niet God, maar Hij was die Hij was. Maar toen de schepselen ontstonden en hun geschapen zijn ontvingen, was God niet god-in-zichzelf, maar was Hij God in de schepselen.

Meester Echhart (ca. 1260-1328): Over God wil ik zwijgen.
Uitgave: Historische Uitgeverij, Groningen (2001)


Geert Grote: Over het mediteren over de geboorte van Christus II

(Vervolg van de bijdragen van maart en april)

En er is volstrekt geen bedrog in dit alles, evenmin als er bedrog steekt in de fabels waarmee tijdens de opvoeding wetten aangeleerd worden. Geen kind gelooft dat de bomen of de dieren uit die fabels inderdaad echt hebben kunnen spreken. Immers, de letterlijke zin van de gedichten of poëtische, beeldrijke geschriften is juist de figuurlijke zin ervan, en niet de zin die op het eerste gezicht de naakte woorden lijken voor te houden.

Meer nog, het gebeurt vaak dat, hoe verder de woorden (strikt genomen) van de waarheid verwijderd zijn, hoe minder ze de geest toelaten om bij de fabel zelf te verwijlen. Wie gelooft er nu dat, zoals in het boek der Rechters verhaald wordt, de bomen zich een koning wilden kiezen en dat de vijgenboom, de wijnstok, de olijfboom en de braamstruik zus of zo hebben geantwoord bij die koningskeuze?

Zo gebruikt Christus in zijn onderricht allerlei beelden, meer nog, de evangelist Mattheus zegt zelfs dat Hij nooit zonder beelden sprak. En ook al is het Christus die deze beelden gebruikt, toch meen ik niet dat die dingen in werkelijkheid hebben plaatsgevonden. Ze zijn zelfs helemaal niet waarschijnlijk. [...]

Zaken die moeilijk zijn voor ons bevattingsvermogen en die we niet met onze zintuigen kunnen waarnemen, worden ons aan de hand van lichamelijke en waarneembare zaken duidelijk gemaakt -aan ons in zoverre we, zoals ik zei, lichamelijke en niet-geestelijke mensen zijn -zodat we op een of andere manier via deze waarneembare zaken kunnen opstijgen naar niet-waarneembare.

Geert Grote
(1340-1384): Homilie over de geboorte des Heren.
Uitgave: Abdij Bethlehem, Bonheiden (1999).

Geplaatst: 21 mei 2004