Kop logo vom Himmel hoch
Home - Media - Interview met Harm Jan Wilbrink

Media

3 maart 2006

Trouw

De sluier van mijn oordelen wil ik wegrukken

Zonder religieuze beleving geen religie - misschien is ze wel de kern ervan. Toch lees je er maar weinig over. In deze rubriek beantwoorden mensen vragen over wat ze op religieus gebied hebben beleefd. Vandaag: Harm Jan Wilbrink.

door Koert van der Velde

Wat voor een religieuze beleving spreekt u aan?

,,Ik luister graag naar religieuze muziek in een oud kerkgebouw. Daar word ik stil van. Als ik dan na afloop de kerk uit kom merk ik: er is iets met me gebeurd, op psychologisch niveau. Ik heb het besef gekregen dat ik een mens ben die zich geplaatst ziet in een werkelijkheid. Als ik dit goed laat doordringen, ga ik me verwonderen over alles wat er is.

Soms zie ik een vogeltje en dan denk ik, och, dat is een gewoon vogeltje. Ik maak dan geen contact. Het kan echter ook gebeuren dat ik zie hoe uitzonderlijk zo’n beestje is. Wow! Dit is denk ik een religieuze beleving: verwondering om iets wat er is.

Maar voordat je het weet, zit je weer in je zorgen en vergeet je contact te maken met de werkelijkheid. Dit is wat religie mij leert. Ik geloof niet in een andere werkelijkheid.’’

Hoe bent u daar opgekomen?

,,Op mijn zeventiende ben ik naar de voorganger gegaan en heb ik hem gezegd dat ik niet meer geloofde dus dat ik klaar was met de kerk. ‘Jammer’, zei hij, ‘maar succes op de weg’. De jaren erna woonde ik in een kraakpand en ik organiseerde er popconcerten. Religie had ik helemaal uit mijn leven gebannen. Toen ik voor een fototentoonstelling bijpassende muziek zocht, wees iemand me op Bach. Die kende ik niet, maar toen ik het hoorde was ik geraakt. Ik ontdekte dat er iets bijzonders met die muziek aan de hand is. Bach ondertekende elk werk met ‘Soli Deo Gloria’. Het ging hem niet om de expressie van zijn allerindividueelste zielenroerselen, maar om universele regels, waaraan hij dienstbaar wilden zijn. Hij probeerde muziek te maken zoals dat misschien in de hemel klinkt.

Later leerde ik liederen waarderen zoals ‘Het hijgend hert de jacht ontkomen’, psalm 42, ‘Allein Gott in der Höh’ sei Ehr’ en ‘Ach wie fluchtig, ach wie nichtig’. Dit waren boodschappen die ik verder nooit hoorde. In de normale wereld geldt: ‘Kijk mij eens, ik ben helemaal te gek’. Maar dit was zo bescheiden. Geweldig. Het leidt tot bezinning over je eigen nietigheid. Dat kende ik niet uit de kraakbeweging, daar wilde ik meer van.’’

Hoe bent u daar vorm aan gaan geven?

,,Ik had er behoefte aan het te versterken, en ik ben daarvoor naar een weg aan het zoeken. Ik experimenteer ’s ochtends met oefeningen. Ik ben begonnen met het opzeggen van gebeden zoals de Bergrede en gedichten van andere religies. Dat doe ik nu twee jaar, in principe elke ochtend. Al mediteer ik tegenwoordig vooral door mijn ademhalingen te tellen. Om het echt goed te kunnen doen, heb ik er een zen-boeddhist als begeleider bij gezocht.

Ik doe het niet om een of ander gevoel te krijgen, maar om mijn houding te veranderen. Meditatie haalt even de aandacht weg bij dat schreeuwende mannetje dat van alles loopt te zeggen, en zo kan ik mijn eigen beslotenheid en ik-gerichtheid overstijgen. Zo wil ik de sluier wegrukken die ik zelf aanbreng door de etiketten die ik overal op plak, door mijn oordelen. Door het filter uit te schakelen tussen mij en de werkelijkheid hoop ik dat ik alles weer kan zien als wonderlijk. Want zonder zulke oefeningen sta ik mijn eigen verwondering in de weg. In ons streven naar meer en beter vinden we allerlei wonderlijks niet meer wonderlijk genoeg. We moeten niet steeds meer willen krijgen, ook niet op religieus gebied. Van die richting ben ik niet, al heb ook ik op dat gebied mijn ambities. Het christendom weet dat we totaal afhankelijk zijn van wat het God noemt, dat je als mens niet al te veel te schreeuwen hebt. Ik neig er naar me christelijk te noemen.’’

Harm Jan Wilbrink (34) is socioloog en oprichter van Stichting Vom Himmel hoch, die zich inzet voor het behoud van oude kerken.


Link naar de persoonlijke website van Harm Jan Wilbrink