Hevig verlangen naar Moddergat
TERUG NAAR DE NATUUR

Swollenaer, 7 januari 2007



(door Theo Brummelaar)

ZWOLLE – Plattelandsjongen, troubadour, kraker, voorzitter, ex-kraker, blauwvinger, natuurmens, socioloog, organisator én hippie met een grote hang naar religie. Harm Jan Wilbrink is niet in twee woorden te vangen. Een verhaal over hoe de Zwolse, gewezen kraker zijn geloof herontdekte en nu, na zestien prachtige Zwolse jaren, ook de natuur wil terugvinden in het Friese Moddergat, op de grens met Groningen. De streek van Ede Staal.
Zijn huis in de Wipstrik staat vol met verhuisdozen. Zijn gitaar staat nog wel binnen handbereik. Mariabeeldjes en Boeddha’s staan boven een oude kachel. Zijn trouwe jachthond ligt rustig aan zijn voeten. Wilbrink is klaar voor de verhuizing naar Moddergat.
“Het vertrekt uit Zwolle valt me zwaar”, begint hij, “ik heb hier zoveel vrienden en ik houd echt van de stad. Maar het verlangen naar de natuur en het platteland is groter. Vroeger had je tussen het station en Windesheim schitterende boerderijtjes. Je kon de sterren nog zien. En er was nog geen ABN-Amrotoren waar ik nu nog steeds elke dag van schrik.”
Toch is zijn vertrek uit Zwolle zeker geen bitterheid. Wilbrink: “Het is de realiteit van de oprukkende stad. Dat is overal zo. Ik vind het zo jammer dat de natuur vooral als ‘leuk’ wordt gezien. Maar het is niet alleen het dagje uit in het bos op zaterdag, we zijn ervan afhankelijk. Ik zit nu in een fase van mijn leven dat natuur zwaarder weegt.”

Kraker
Voor een mid-dertiger heeft Wilbrink er al flink wat fases opzitten. Gevormd in het christelijke Dedemsvaart had hij tot zijn zeventiende nog geen buitenland gezien. Tot hij er als straatmuzikant alleen op uit trok om Europa te ontdekken.
Daar viel hij van zijn geloof. “De stilte van Schotland heeft me doen inzien dat het niet om dogma’s in religie gaat, waaraan je zekerheden kunt ontlenen. Je weet niet zeker hoe de wereld in elkaar zit. Je leeft juist vanuit onzekerheden.”
Toen hij terugkeerde, was Dedemsvaart hem te klein geworden. “Ik kwam eigenlijk verwilderd terug”, lacht hij. “Ik ging zwerven, was onrustig. Maar zo kwam ik wel in aanraking met twee zwervers, waarvan er eentje nu nog altijd blokfluit speelt op de Diezerpromenade. Door hen kwam ik in aanraking met de Zwolse, alternatieve scene.”
Hij kwam in de krakerswereld terecht. “Als hippie heb ik met zwervers en punkers nog een oud pand naast de oude stadsmolen gekraakt”, gaat Wilbrink verder. “Daar staat nu het Maagjesbolwerk. Maar omdat het pand volgens de rechter brandonveilig was, konden we na enkele maanden weer vertrekken.”
Het volgende doel was het huidige Eureka aan het Assendorperplein. “Om vier uur ’s nachts met z’n allen op de fiets, terwijl eentje vooruit was om via een dakraam naar binnen te klimmen. Toen hebben we direct een brief opgesteld voor de gemeente. Met teksten over hoogdravend idealisme en een prachtig cultureel centrum. Dat was wat teveel van het goede. Maar we hebben vanaf het begin wel in harmonie met de buurt samengewerkt.”

Terug naar de kerk
In het kraakpand in Assendorp zette Wilbrink een streep door het geloof. Maar alle feestjes tot diep in de nacht gingen hem na verloop van tijd ook tegenstaan. Het verlangen naar de sfeer van oude kerken keerde terug.
“Kerken gingen mijn leven weer bepalen, maar ik ging niet plotseling geloven”, vertelt hij. “Ik ging de kerken, de stilte en het spirituele meer waarderen. Met de dogma’s in het christendom had ik nog altijd niets. Waarom is God waarheid? Dat zorgt in de verschillende religies alleen maar voor ruzie. Het is veel beter om te zeggen dat de waarheid God is.”
Wilbrink ging weer op zoek naar bescheidenheid en rust. Hij bezocht de concerten in de Peperbus, luisterde naar de muziek van Bach. “Ik vond mezelf terug en kwam echt in een prettige sfeer terecht. Boeddhisme en de Dalai Lama, meditaties en Gandhi gingen een steeds grotere rol in mijn leven spelen.”
Meditatie deed hem ook relativeren. “De mens is als een ontplofte spaghettifabriek. We worden voortdurend gedreven door impulsen. Door verlangen en afkeer. Ik probeer het leven te nemen zoals het is en niet te veel mee te gaan in de snelheid van de maatschappij.”
Toch is het niet zo dat Wilbrink volledig los is van de huidige consumptiemaatschappij. Een kleine cd-speler en computer wijzen wel degelijk op de 21e eeuw. “Kennis via internet is mooi en het is een goede zaak dat we geen brandstapels meer hebben. Ik ben wel een beetje een moderne jongen.”

Moddergat
Toch ligt de toekomst van Wilbrink in het rustige Moddergat. Een Fries dorpje aan de Waddenzee. “Dat is een echt troubadoursgebied”, legt hij uit, “Ede Staal komt er uit de buurt. Maar het gebied staat vooral bekend om zijn fraaie oude kerken. Die zijn de mooiste van Noord-Nederland.”
In Moddergat komt er sowieso heel veel samen voor Wilbrink. Natuur, kerk, muziek, stilte, geschiedenis. Passies, die de Zwollenaar in Friesland zeker zal vinden. Zijn huisje, niet gekraakt, bevindt zich pal onder de dijk aan de Waddenzee.
“Ik zou graag een troubadoursfestival opzetten in Moddergat”, bekent Wilbrink. “Of een cafeetje. In ieder geval een podium zodat ik Zwollenaren kan blijven bereiken. Want het kost me wel degelijk moeite om weg te gaan.”
Maar hij heeft meer plannen. Zo gaat hij een boek schrijven over geboortedorp Dedemsvaart. “Ik ben één van de samenstellers van een kroniek over het dorp. Samen met de bevolking ga ik dat online doen. Daarnaast blijf ik me als oprichter van de Taskforce Toekomst Kerkgebouwen sterk maken voor het behoud van kerken. Want een kwart van alle kerken wordt binnen vier jaar bedreigd met sloop.”