Extra

Verstuurd: dinsdag 18 mei 2009

Toespraak Harm Jan Wilbrink bij opening Stilte Moment, 17 mei 2009

Ik wil iedereen van harte welkom heten bij de opening van het Stilte Moment. In het bijzonder mevrouw Marga Waanders, burgemeester van Dongeradeel. Zij is bereid de opening verrichten door het aansteken van een kaars, die voortaan bij ieder Stilte Moment zal branden. Hartelijk dank hiervoor.

Ook willen we het bestuur van de Protestantse Gemeente danken voor hun inzet om dit project mogelijk te maken, net als de Provinsje Fryslan die met dit project het bezinningstoerisme wil stimuleren in Noordoost Friesland.

Voor deze feestelijke openingsmiddag is er een programma samengesteld met Wim Gosens uit Leeuwarden. Er zijn bijdrages van Ensemble Windt en de gregoriaanse vrouwenschola Flores aperientes. Er is solozang van Nelly van der Kooij.

Het Stilte Moment heeft een open einde en we vragen u niet te applaudisseren. We zijn nog op zoek naar een precieze vorm, die zich gaandeweg hopelijk zal uitkristalliseren. Schroom dus niet uw reactie te geven; dat kan ook in het gastenboek die bij de uitgang ligt. Daar staat ook een pot voor een vrijwillige bijdrage. Voor een volgend Stilte Moment kunt u zich aanmelden om zelf een bijdrage te leveren.

Straks is er een voordracht van Anshin Schroder over de Stilte, gevolgd door een toespraak van mevrouw Waanders en de opening. Hopelijk rond 16.00 uur beginnen we dan zonder nadere aankondigingen met het Stilte Moment.

*****

Ik wil graag een persoonlijk verhaal vertellen, waarmee ik iets over de achtergrond van dit Stilte Moment wil zeggen.
Ik kom uit een omgeving waarin het geloven een belangrijke rol speelde en hierbij hoorde ook dat je allerlei aannames maakte over de aard van de werkelijkheid. De meest in het oog springende was de evolutietheorie, die pas net door Andries Knevel de EO is binnengehaald. In mijn tijd was dat nog niet zo en je hoorde de raarste verhalen over het ontstaan van de aarde. Ik herinner me bijvoorbeeld dat God de botten van dinosauriërs in de grond zou hebben gestopt om ons geloof op de proef te stellen. Ik kwam erachter dat biologen bijna niet twijfelen aan de evolutietheorie, wat mijn verlaten van de kerk op mijn zeventiende vast heeft bespoedigd.

Later ging ik studeren, eerst psychologie, daarna ging ik over naar sociologie. Hier leerde ik vooral mensen te beschouwen als egoïstische en calculerende burgers die met elkaar in competitie zijn in een vrije marktsamenleving. Mensen handelen doelgericht om voor hen het meeste nut te bereiken, zoals geld, status en een leuke partner. Gemakshalve gaan de modellen van de sociologie er vanuit dat niemand zomaar rekening houdt met een ander, tenzij het hem of haar voordeel oplevert. Maar behalve dat dit een onderzoeksmodel is, ging ik ook in mijn eigen leven en in het leven van de mensen om mij heen, dit egoïsme ook steeds meer als iets ‘werkelijks’ waarnemen.

Toen kwam ik bij toeval iets tegen dat me vertelde van een heel andere levenshouding. En dat was de muziek van Bach. Eerst hoorde ik deze nootjes [...]
En ik denk nu dat er met deze muziek iets bijzonders aan de hand was. Wat me met name opviel was dat ze erg dienstbaar en bescheiden is. En ineens trok me dat, na alle theorieën over egoïstische mensen in een vrije markteconomie, ontzettend aan.

Ik ging een keer mee met een orgelexcursie naar verschillende oude kerkjes aan de stille waddenkust in Oost Friesland. Hier hoorde de organist Piet Wiersma spelen op het orgeltje van Rysum, het oudste orgel van Noordwest-Europa, dat werd gebouwd in 1485. Ik las een titel van het koraal dat hij speelde “Ach, wie fluchtig, ach, wie nichtig”. Het eerste couplet luidt in vertaling: “Ach hoe nietig, ach hoe vluchtig, is een mensenleven. Zoals een nevel snel ontstaat en ook weer snel verdwijnt, zo is ook ons leven, zie het”. Als wij zien dat mensen, ook wijzelf, komen en gaan, zullen we automatisch anders in het leven staan. De Tibetaanse leraar Sogyal Rinpoche spreekt erover dat inzicht in vergankelijkheid zich als een communicerend vat verhoudt tot mededogen. Wie vergankelijkheid ziet heeft mededogen, omdat hij bevrijd is uit de gevangenis van alleen zijn eigen perspectief en zijn eigen wensen.

Deze opvatting van de mens was ik nooit in de psychologie of sociologie tegengekomen, maar ik vroeg me ineens af waarom die bescheiden opvatting over ons leven niet juist veel rationeler zou zijn dan de egoïstische illusie dat alles alleen maar om jezelf draait. Later las ik van de Dalai Lama dat anderen met zes miljard zijn en jij bent er maar met een, maar deze gedachte is zoals u begrijpt in de sociologie nog geen gemeengoed geworden. Er is volgens mij geen reden waarom deze gedachte niet rationeel zou zijn, er is hier immers nog geen geloof aan te pas gekomen.

Die rol van oude kerken bij het besef van de eigen nietigheid bracht ook Herman Finkers aan aantal jaren geleden naar voren toen hij voor de KRO over zijn liefde voor kerken sprak. Hij zei: normaal kijkt een mens niet verder dan geboorte en dood en wat daar tussen ligt (precies wat sociologen beweren dus). Maar doordat wij die muren zien die zoveel eeuwen oud zijn, waar zoveel mensen al bij elkaar zijn gekomen, dan gaan onze gedachten automatisch naar onze eigen nietigheid ten opzichte van dat wat groter is dan onszelf, welke naam we daar ook maar aan mogen geven.

Langzaam leerde ik dat een kerk niet alleen een gebouw is waar we zondags om half tien bij elkaar komen, maar dat een gebouw zelf ook, 24 uur per dag een verwijzing is naar datgene dat ons overstijgt. Zelfs voor voorbijgangers die een vluchtige blik op het gebouw werpen. Of ze nu gelovig zijn of niet.

Het is dan ook mijn grote wens dat mensen uit verschillende tradities, op dit Stilte Moment bij elkaar kunnen komen, met respect voor elkaars verschillende achtergrond, maar toch met hetzelfde doel, om misschien iets minder met ons zelf in de weer te zijn.

Als we de beslommeringen van ons eigen dagelijkse leven iets meer kunnen
relativeren zou dat voor mij al heel mooi zijn.



Toespraak Anshin Schröder 17 mei 2009

Het mooie aan stilte vind ik dat dat in elke tijd en elke plaats het zelfde is. Stilte in de prehistorie is het zelfde als de stilte in onze tijd. Stilte in New Zeeland is het zelfde als stilte in Nederland. Stilte is stilte. Wat wel veranderd is onze relatie tot die stilte. Het is duidelijk dat in de tijd dat deze kerk gebouwd was stilte veel meer aanwezig was als tegenwoordig. We zijn allemaal druk en maken meer gebruik van apparaten die lawaai maken zoals auto’s, vliegtuigen en machines. Daarnaast leven we in een economie die 24 uur per dag en 7 dagen in de week door gaat. Stilte is een schaars product geworden. Toch hebben we stilte nodig. We hebben het nodig om even een pas op de plaats te maken, even niets te hoeven, een adempauze te hebben. Dat geeft ons energie en inspiratie. Van daaruit kunnen we weer in actie komen.

Hier in Paesens-Moddergat is het gelukkig rustig en is het nog op veel plaatsen stil. Dit is dus een goede plek om een Stilte Moment te organiseren.

Stilte heeft niet alleen te maken met uiterlijke factoren, zoals de afwezigheid van geluid en beweging. Je kunt dit heel goed zien achter de dijk op het wad. Als je daar bent is één van de dingen die direct opvalt dat het er zo stil is. Toch zijn daar altijd geluiden te horen van bijv. vogels en de wind en is het water altijd in beweging.

Stilte en rust hebben vooral te maken met wat er zich bij ons van binnen afspeelt. Als het druk is in ons hoofd kan het nog zo stil zijn, maar dan ervaren we onrust. Het omgekeerde kan ook waar zijn; als we zelf rustig en stil zijn kunnen we in een drukke omgeving toch de stilte ervaren.

Ik wil graag een stukje voorlezen van Anselm Grün uit het boek ‘Boek van levenskunst’.

Stil komt van ‘blijven staan’. Wie stil wil zijn, moet blijven staan. Hij moet stoppen in plaats van door te rennen. Blijven staan is de voorwaarde om jezelf te verstaan, je naaste en het geheim van de wereld te verstaan. Verstaan heeft te maken met ‘staan’. Als ik blijf doorhollen, versta ik niets, noch de woorden van mensen, noch het hart van hen aan wie ik snel voorbij loop. Wie altijd maar doorrent, raakt innerlijk in verwarring, diens hart wordt verduisterd. Blijven staan, stil worden is de voorwaarde om dat wat troebel in ons, is helder te laten worden, om de mist te laten optrekken en om duidelijk te kunnen waarnemen wat er is. En pas wanneer het binnen in ons helder wordt, vinden we rust in onszelf, kunnen we het bij onszelf uithouden. Het gaat er niet om rust te geven en uiterlijk rustig te zijn. Augustinus zegt: ‘Wees rustig in jezelf.’ Rusten in jezelf, je eigen kern vinden is de voorwaarde ook voor de uiterlijke rust.

Met het Stilte Moment hopen we een plaats te bieden waar mensen graag even blijven staan en waar gelegenheid is om het stof dat dagelijks opwaait te laten bezinken. Het programma met muziek, tekstvoordracht en momenten van stilten wordt samengesteld met het doel om naar binnen te kunnen gaan en stil te worden.


Terug naar het dagboek
Home